Terug naar vorige
Naar aanleiding van het rapport Aanpak fiscale regelingen zijn vragen gesteld in de Eerste Kamer over de evaluatie van de heffingskortingen en tariefstructuur in de inkomstenbelasting. In antwoord daarop zegt de staatssecretaris van Financiën dat aannemelijk is dat vaste fiscale kortingen in het algemeen begrijpelijker zijn dan variabele. Met name de regelingen van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting zijn ingewikkeld door de inkomensafhankelijkheid en de op- en afbouwtrajecten. De omvang van deze heffingskortingen kan oplopen tot honderden euro’s per maand netto. Uit het evaluatieonderzoek is gebleken dat belastingplichtigen bij het inschatten van de eigen marginale druk vaak geen rekening houden met op- en afbouwtrajecten van heffingskortingen.
Volgens de staatssecretaris is het mogelijk om op de website van de Belastingdienst een tabel of een rekentool, die voorziet in een berekening van de hoogte van heffingskortingen, te plaatsen. Het zou dan gaan om een rekentool, die voorziet in een berekening van de heffingskortingen bij verschillende inkomensniveaus zonder rekening te houden met de specifieke omstandigheden van een belastingplichtige. De staatssecretaris merkt op, dat er rekentools bestaan zoals de ‘WerkUrenBerekenaar’ van het Nibud, waarmee een beeld wordt gegeven van hoeveel iemand overhoudt bij meer of minder werken. Bij deze tools worden ook de premies en toeslagen meegenomen, zodat een vollediger beeld van de financiële gevolgen ontstaat.