Terug naar vorige
De Tweede Kamer wil van het kabinet weten welke mogelijkheden er zijn voor de invoering van een tijdelijke solidariteitsheffing van bedrijven die tijdens de coronacrisis extra winst hebben gemaakt.
Terug naar vorige
De Tweede Kamer wil van het kabinet weten welke mogelijkheden er zijn voor de invoering van een tijdelijke solidariteitsheffing van bedrijven die tijdens de coronacrisis extra winst hebben gemaakt.
Bedrijven, die ondersteuning nodig hebben, zouden daarbij moeten worden ontzien.
Aan een solidariteitsheffing ligt een extra herverdelingsgedachte van winsten ten grondslag. Meer winstgevende bedrijven dienen volgens die gedachte bovenop de reguliere belastingheffing meer bij te dragen aan de algemene middelen dan minder winstgevende of verlieslatende bedrijven. Het is mogelijk om (tijdelijke) aanpassingen, zoals tariefsverhogingen of schijfverkortingen, in de toekomst door te voeren. Deze maatregelen kunnen vanaf 2022 of later in werking treden. Een specifieke solidariteitsheffing met terugwerkende kracht of ten aanzien van coronagerelateerde winsten leidt volgens de staatssecretaris tot bezwaren.
Door de progressie in de tarieven worden binnen het huidige fiscale stelsel hogere winsten zwaarder belast. Bedrijven, die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting en door de coronacrisis verlies hebben geleden zijn in die periode geen vennootschapsbelasting verschuldigd. Zowel in de inkomsten- als in de vennootschapsbelasting is verliesverrekening mogelijk. Bedrijven, die tijdens de coronacrisis te maken krijgen met verliezen, kunnen deze verrekenen met de winst van andere jaren. Bedrijven, die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting, konden over het jaar 2019 een fiscale coronareserve vormen voor het over 2020 verwachte verlies.
Een van de bezwaren tegen een specifieke solidariteitsheffing is dat er geen meetbaar criterium is op basis waarvan wordt bepaald of een bedrijf heeft geprofiteerd van de coronacrisis. Een toename van de winst of de omzet kan andere oorzaken hebben dan het profiteren van de coronacrisis. Juridisch is het lastig om een aanvullende heffing over een periode in het verleden in te voeren, omdat dan sprake is van belastingheffing met terugwerkende kracht. Ook aan maatregelen, die niet met terugwerkende kracht in werking treden maar wel terugwerken naar gebeurtenissen in het verleden (materieel terugwerkende kracht) kleven bezwaren.
Alternatieven bestaan uit meer generieke aanpassingen in het belastingstelsel zonder terugwerkende kracht. Het gaat dan om voor alle belastingplichtigen geldende tariefverhogingen of schijfverkortingen in de vennootschapsbelasting. Een relatie met coronagerelateerde winsten ontbreekt dan. Een alternatief kan zijn een verlaging van de mkb-winstvrijstelling in de inkomstenbelasting.