Terug naar vorige
Bij de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken wordt overdrachtsbelasting geheven. Het reguliere tarief van de overdrachtsbelasting bedraagt 10,4%. Voor de verkrijging van een woning, die als hoofdverblijf van de verkrijger gaat dienen, geldt een verlaagd tarief van 2%.
De vraag in een procedure voor de rechtbank Zeeland-West-Brabant is of het verlaagde tarief ook van toepassing is bij de verkrijging van een perceel grond, waarvan de bestemming ‘wonen’ al vaststaat bij de aankoop. De rechtbank is, onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis, van oordeel dat dit niet het geval is. In de memorie van toelichting is vermeld dat grond, die bestemd is voor woningbouw, niet als woning is aan te merken. Uit een arrest van de Hoge Raad uit 2017 leidt de rechtbank af dat aan de hand van objectieve kenmerken van een onroerende zaak en niet op basis van de subjectieve bestemming van de verkrijger moet worden beoordeeld of een zaak op het verkrijgingstijdstip voor bewoning is bestemd.
De rechtbank is van oordeel dat een perceel grond, waarop een woning zal worden gebouwd, niet kan worden aangemerkt als een woning. Bij de verkrijging van het perceel grond is terecht het reguliere tarief van de overdrachtsbelasting toegepast.