Terug naar vorige
De minister voor Klimaat en Energie heeft Kamervragen beantwoord over de hoogte van de vergoeding voor het terugleveren van met zonnepanelen opgewekte elektriciteit.
De vragen zijn gesteld naar aanleiding van berichten in de media over de verlaging van deze vergoeding door Eneco.
De minister merkt op dat de vergoeding voor teruggeleverde elektriciteit alleen van toepassing is als er meer elektriciteit wordt teruggeleverd dan kan worden gesaldeerd met afgenomen elektriciteit. Eneco heeft meegedeeld dat de verlaging van de terugleververgoeding bij vaste contracten wordt teruggedraaid.
Met de afbouw van de salderingsregeling wordt de redelijke vergoeding, die energieleveranciers moeten betalen voor het terugleveren van elektriciteit, steeds belangrijker voor consumenten met zonnepanelen. De minister is voornemens om het wettelijk minimum van de redelijke vergoeding vast te stellen op 80% van het leveringstarief dat de kleinverbruiker heeft afgesproken met de energieleverancier, exclusief belastingen en heffingen. De redelijke vergoeding wordt voorzien van een absoluut maximum om energieleveranciers te beschermen tegen het verplicht inkopen van elektriciteit tegen een hogere prijs dan de waarde daarvan op het moment van productie.
De verwachting is dat de afbouw van de salderingsregeling de markt voor thuis- en buurtbatterijen zal stimuleren. Een geleidelijke verlaging van de voorgestelde minimumvergoeding moet een verdere stimulans voor deze markt opleveren.
Een dynamische terugleververgoeding, waarbij de opgewekte zonnestroom tegen de actuele prijs aan het net wordt geleverd, maakt het voor de gemiddelde consument lastiger om te beoordelen wat de terugverdientijd van zijn investering in zonnepanelen zal zijn. Dat zou de investering in zonnepanelen kunnen belemmeren.
De minister is in overleg met Energy Storage NL en Netbeheer Nederland over het inpassen van energieopslag om netcongestie op te lossen of te voorkomen.