Terug naar vorige
De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft Kamervragen beantwoord over de invloed van de huidige hoge inflatie op het nieuwe pensioenstelsel.
Terug naar vorige
De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft Kamervragen beantwoord over de invloed van de huidige hoge inflatie op het nieuwe pensioenstelsel.
Dat nieuwe stelsel wordt geregeld in het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen en is gebaseerd op een stabiele en lage inflatie van ongeveer 2%. Het Centraal Planbureau verwacht dat de inflatie voor het jaar 2022 gemiddeld op 5,2% uitkomt. De Nederlandsche Bank verwacht dat de stijging van de geharmoniseerde consumentenprijsindex in 2022 uitkomt op gemiddeld 6,7%.
Een van de aspecten van het nieuwe pensioenstelsel is dat, afhankelijk van de ontwikkeling van de economie, pensioenen eerder verhoogd of verlaagd worden dan onder het huidige stelsel.
Volgens de minister biedt het nieuwe stelsel meer mogelijkheden voor bescherming tegen inflatie dan het huidige stelsel. Uit berekeningen blijkt dat jaarlijkse schokken van inflatie van 6 of 9% kunnen worden opgevangen door de solidariteitsreserve. Wel geldt dat naarmate de schok langer duurt, het langer zal duren voordat de reserve weer op het oude niveau is. Bij een eenmalige schok van 9% en een volledige inflatiecompensatie van ouderen duurt het herstel van de reserve ongeveer tien jaar.
De minister heeft geen extra berekeningen over een hogere rente en de gevolgen voor het pensioenstelsel, het nieuwe pensioenstelsel en/of de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel laten maken.