Terug naar vorige
Een registeraccountant is bestuurder van een aantal bv’s . De registeraccountant heeft vanuit verschillende vennootschappen betalingen gedaan op facturen zonder dat daar werkzaamheden voor zijn verricht. Na een boekenonderzoek corrigeerde de inspecteur de administratie en legde naheffingsaanslagen btw en navorderingsaanslagen Vpb op. De centrale vraag was of betalingen zonder tegenprestatie zakelijk zijn.
Achtergrond en boekenonderzoek
De registeraccountant hield zich met diverse activiteiten bezig, zoals werving en selectie van personeel, softwareontwikkeling en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten. In 2019 werd een boekenonderzoek ingesteld bij de bv van de registeraccountant, gericht op de aangiften Vpb en btw over de jaren 2014 tot en met 2018. Het onderzoek leidde tot navorderings- en naheffingsaanslagen op basis van vastgestelde onregelmatigheden in de administratie, waaronder betalingen aan een bv en een ander bedrijf, die als privébetalingen werden beschouwd.
Standpunt van de registeraccountant
De registeraccountant voerde aan dat de navorderings- en naheffingsaanslagen onterecht waren. Volgens de registeraccountant waren de betalingen zakelijke uitgaven, gebaseerd op mondelinge overeenkomsten voor diensten zoals softwareontwikkeling en commerciële ondersteuning.
Standpunt van de inspecteur
De inspecteur stelde dat de betalingen privé-uitgaven waren en niet betalingen ten behoeve van de onderneming. Daarom corrigeerde de inspecteur deze betalingen en werd de aftrek van de btw geweigerd. De inspecteur voegde hieraan toe dat de registeraccountant had moeten weten dat het indienen van deze onjuiste aangiften onrechtmatig was, wat leidde tot de oplegging van een vergrijpboete vanwege voorwaardelijke opzet.
Vonnis van de rechtbank
De rechtbank diende een oordeel te vellen over deze tegenstrijdige standpunten. De rechtbank stelde vast dat voor de betalingen geen tegenprestaties waren geleverd. De door de registeraccountant aangevoerde documenten en verklaringen waren onvoldoende om aan te tonen dat de betalingen zakelijk waren. De verklaringen van de registeraccountant en zijn neef, die via zijn bv zou hebben gewerkt, werden als ongeloofwaardig bestempeld. Omdat geen tegenprestaties werden geleverd, oordeelde de rechtbank dat de betalingen niet zakelijk waren. Dit betekende dat de bv deze kosten niet ten laste van haar winst kon brengen en ook geen recht had op aftrek van de voorbelasting. De rechtbank oordeelde dat de registeraccountant niet had aangetoond dat de betalingen zakelijke doeleinden dienden.
Vergrijpboete
De rechtbank is van oordeel dat de vergrijpboete terecht is opgelegd. De registeraccountant had als deskundige moeten weten dat het opvoeren van niet-zakelijke uitgaven als zakelijke kosten onrechtmatig is. De opgelegde boete is passend en geboden.