Terug naar vorige
De staatssecretaris van Financiën heeft vragen van de Eerste Kamer over de verruimde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning beantwoord.
Terug naar vorige
De staatssecretaris van Financiën heeft vragen van de Eerste Kamer over de verruimde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning beantwoord.
Een inhoudelijk beleidsmatig oordeel over de schenkingsvrijstelling wil de staatssecretaris niet geven. Dat laat hij over aan een volgend kabinet.
De verruimde schenkingsvrijstelling is per 1 januari 2017 in werking getreden als onderdeel van het Belastingplan 2016. Bij de voorbereiding hiervan is uitgegaan van in 2015 bekende gegevens. Destijds had ongeveer 25% van de huishoudens met een eigen woning een hypotheekschuld die hoger was dan de waarde van de woning. In 2013 had meer dan de helft van de huishoudens onder de 40 jaar met een eigen woning onderwaarde. Het kabinet verwachtte dat de verruiming van de schenkingsvrijstelling zou leiden tot een vermindering van de schuld en niet tot hogere huizenprijzen.
Door de gestegen huizenprijzen, de verplichte fiscale aflossingseis voor hypotheken en de strengere leennormen is de onderwaterproblematiek vrijwel verdwenen. Uit een evaluatie van de regeling is gebleken dat de schenkingsvrijstelling minder doeltreffend en doelmatig is dan ander beleid om de hypotheekschuld te verlagen en de onderwaterproblematiek te beperken. Een deel van de ontvangers heeft de schenking gebruikt om een duurdere woning te kopen. Het gebruik van de schenkingsvrijstelling is volgens de evaluatie te beperkt voor een meetbaar effect op woningprijzen. Vanwege de demissionaire status neemt het kabinet geen besluit over een eventuele aanpassing van de regeling.