Terug naar vorige
De staatssecretaris van Financiën heeft een brief betreffende de stand van zaken ten aanzien van de belastingheffing in box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Terug naar vorige
De staatssecretaris van Financiën heeft een brief betreffende de stand van zaken ten aanzien van de belastingheffing in box 3 naar de Tweede Kamer gestuurd.
In de brief wordt onder meer gemeld dat de inwerkingtreding van het nieuwe stelsel op basis van het werkelijke rendement is uitgesteld tot 1 januari 2026. Of ook aan niet-bezwaarmakers rechtsherstel zal worden geboden, wordt op Prinsjesdag bekendgemaakt.
Verder kondigt de staatssecretaris een brief aan, waarin hij zal ingaan op de volgende onderwerpen:
een systeemvergelijking tussen een vermogensaanwasbelasting en een vermogenswinstbelasting, waarbij wordt ingegaan op de budgettaire opbrengst, liquiditeitsproblematiek, mogelijke economische verstoringen en uitvoeringsaspecten vanuit het perspectief van burgers, de Belastingdienst en ketenpartners;
opties om rekening te houden met inflatie;
de effecten van kwijtscheldingswinst op het armoede- en schuldenbeleid;
box-arbitrage, ontwijkingsmogelijkheden en het belasten van vermogen in box 2 en box 3, vermogen in onroerend goed via buitenlandse constructies en andere relevante constructies;
opties om de werkelijke waardeontwikkeling van onroerende zaken al vanaf inwerkingtreding te belasten, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de WOZ-waarde;
beoordeling door de inspecteur of kunst hoofdzakelijk ter belegging wordt gehouden;
de interactie met toeslagen.