Terug naar vorige
De staatssecretaris van Financiën heeft het besluit met beleid over het belastbaar feit in de overdrachtsbelasting geactualiseerd.
Terug naar vorige
De staatssecretaris van Financiën heeft het besluit met beleid over het belastbaar feit in de overdrachtsbelasting geactualiseerd.
Er zijn nieuwe goedkeuringen opgenomen voor de situatie van afstand van een recht van opstal tegen verkrijging van een onverdeeld aandeel in een onroerende zaak en voor een verkrijging van aandelen als gevolg van een juridische moeder-dochterfusie.
Het is mogelijk dat op een gedeelte van een onroerende zaak een recht van opstal is gevestigd. Het komt voor dat de opstalhouder en de (blote) eigenaar de rechtsverhouding met betrekking tot de onroerende zaak willen wijzigen door een splitsing van de onroerende zaak in appartementsrechten. De opstalhouder doet dan voorafgaand aan de splitsing afstand van het recht van opstal tegen verkrijging van een onverdeeld aandeel in de onroerende zaak. Zowel de afstand van het recht van opstal als de verkrijging van het onverdeeld aandeel in de onroerende zaak vormt een belastbaar feit voor de overdrachtsbelasting. De staatssecretaris keurt onder voorwaarden goed dat in deze situatie geen overdrachtsbelasting verschuldigd is.
Een moedervennootschap kan een juridische fusie aangaan met een vennootschap waarvan zij alle aandelen houdt. Door deze fusie gaat het vermogen van de verdwijnende dochtervennootschap onder algemene titel over naar de verkrijgende moedervennootschap. De aandeelhouders van de moedervennootschap behouden hun aandelen. Bij een omgekeerde moeder-dochterfusie is de moedervennootschap de verdwijnende vennootschap. De dochter trekt dan de bij de moeder in bezit zijnde aandelen in en kent vervolgens nieuwe aandelen toe aan de aandeelhouders van de verdwijnende moedervennootschap. Als de dochtervennootschap een onroerendezaaklichaam is, zijn de aandeelhouders vanwege de verkrijging van aandelen in beginsel overdrachtsbelasting verschuldigd. Als de verdwijnende moedervennootschap ook een onroerendezaaklichaam was, is het niet in alle gevallen gewenst dat de aandeelhouders bij de verkrijging van de aandelen in de dochtervennootschap overdrachtsbelasting verschuldigd zijn. Daarom keurt de staatssecretaris onder voorwaarden goed dat geen overdrachtsbelasting is verschuldigd ter zake van de verkrijging van de aandelen in de dochtervennootschap.
Voor de goedkeuringen betreffen het certificeren van aandelen en het ongedaan maken van certificering is niet langer vereist dat alle aandeelhouders hun aandelen certificeren of dat alle certificaathouders hun certificaten omwisselen voor de onderliggende aandelen.