Terug naar vorige
Onlangs heeft een internetconsultatie plaatsgevonden van een wetsvoorstel tot aanpassing van box 3 van de inkomstenbelasting. Naar aanleiding daarvan heeft de staatssecretaris van Financiën een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de reacties op de internetconsultatie. Deze reacties hebben geleid tot vijf inhoudelijke wijzigingen van het voorstel.
Hoofdlijnen voorstel
Het voorstel beoogt een belastingheffing over het werkelijk behaalde rendement, inclusief al dan niet gerealiseerde waardeontwikkelingen van bezittingen in box 3. Uitgangspunt is een vermogensaanwasbelasting. Verliezen in een jaar zijn te verrekenen met box 3-inkomen in latere jaren. Voor onroerende zaken en aandelen in familiebedrijven en startende ondernemingen geldt een vermogenswinstbelasting. Dat houdt in dat een vermogenswinst of -verlies bij vervreemding wordt belast. Het is de bedoeling dat het nieuwe stelsel per 1 januari 2027 in werking treedt. Om dat mogelijk te maken, moet het wetsvoorstel uiterlijk in de zomer van 2024 worden ingediend bij de Tweede Kamer. Publicatie in het Staatsblad moet uiterlijk op 31 december 2025 plaatsvinden.
Aanpassingen voorstel
Naar aanleiding van de internetconsultatie zijn de volgende wijzigingen aangebracht:
- Het forfait voor de eerste woning in box 3 is vervallen.
- De achterwaartse verliesverrekening is vervallen.
- Er is een omissie hersteld over de beginwaarde bij aanvang van bezittingen die onder de vermogenswinstbelasting vallen.
- De wijze, waarop genotsrechten in de belastingheffing worden betrokken, is veranderd.
- De valutaresultaten van banktegoeden worden in de belastingheffing betrokken.
Daarnaast zijn diverse technische wijzigingen doorgevoerd.
Ad 1 Forfait voor de eerste woning sparen en beleggen
Volgens het geconsulteerde voorstel zou het inkomen in box 3 voor een tweede woning in eigen gebruik niet onder de vermogenswinstbelasting vallen en forfaitair worden bepaald. Andere onroerende zaken in box 3 vallen volgens het voorstel wel onder de vermogenswinstbelasting. Deze afwijkende behandeling is geschrapt. Alle onroerende zaken in box 3 vallen onder de vermogenswinstbelasting. Onder de vermogenswinstbelasting leidt eigen gebruik van een onroerende zaak in box 3 tot een voordeel. Dit voordeel wordt forfaitair bepaald. De eigen woning van de belastingplichtige die anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat, blijft belast in box 1.
Ad 2 Achterwaartse verliesverrekening
Vanwege de complexiteit en de verminderde belastingopbrengst in de eerste jaren vervalt de mogelijkheid tot achterwaartse verliesverrekening. De in de tijd onbeperkte voorwaartse verliesverrekening blijft.
Ad 3 Beginwaarde bij aanvang van de vermogenswinstbelasting
Onroerende zaken en aandelen in een familie- of startende onderneming worden via de vermogenswinstbelasting in de heffing betrokken. Bij vervreemding wordt de verkoopprijs verminderd met de verkrijgingsprijs. Voor deze bezittingen, die op 1 januari 2027 in bezit zijn, wordt de verkrijgingsprijs gesteld op de waarde in het economische verkeer op dat moment. Deze bepaling ontbrak in het voorstel.
Ad 4 Genotsrechten
In het geconsulteerde voorstel wordt de vergoeding voor het vestigen van een genotsrecht bij de blooteigenaar belast en in één keer in aftrek gebracht bij de genotsgerechtigde. De waarde van het genotsrecht wordt bij fictie gesteld op nihil. Dit kan leiden tot oneigenlijk gebruik. De eerder voorgestelde behandeling wordt vervangen door een lineaire afbouw van de waarde van het genotsrecht.
Ad 5 Valutaresultaten van banktegoeden
Uit praktisch oogpunt is ervoor gekozen om het valutaresultaat bij banktegoeden niet te belasten. Nu is besloten om valutaresultaten van banktegoeden in vreemde valuta wel te belasten.